Blogs

Grote taalmodellen: juridisch nog deels onverkend terrein

Grote Taalmodellen, ofwel Large Language Models. zijn bezig met een opmars. Daarmee brengen deze zogenoemde LLM’s (niet te verwarren met de afkorting van de meestertitel) de nodige juridische vragen met zich mee. Onze collega’s Walter van Holst en Mariette Lokin schreven een artikel voor ‘DIXIT’ en buigen zich over drie LLM vraagstukken en de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving.

‘DIXIT’ is het tijdschrift van de Nederlandse Organisatie voor Taal- en Spraaktechnologie (NOTaS), die onderzoeksinstellingen en applicatieontwikkelaars in deze sector vertegenwoordigt. De 2022-editie van het tijdschrift stond in het teken van Grote Taal- en Spraakmodellen.

De technologie van LLM’s ontwikkelt zich in een sneltreinvaart. De vragen die Van Holst en Lokin bespreken in hun artikel hebben te maken met rechtmatigheid. Allereerst wordt ingezoomd op de rechtmatigheid van het trainingsproces; hoe worden Grote Taalmodellen nu getraind en in hoeverre is dat juridisch houdbaar? Er valt niet alleen te twisten over de auteursrechtelijke aspecten van data in deze modellen, maar ook over de rechtmatigheid van het gebruik van het LLM zelf. Dit kan namelijk in sommige gevallen leiden tot geautomatiseerde besluitvorming. Ten slotte spelen vragen omtrent de rechtmatigheid van de uitvoer, ofwel het resultaat, van een LLM. Grote Taalmodellen spreken niet altijd alleen maar waarheden en feiten. Van Holst en Lokin benoemen verschillende wetsvoorstellen op Europees niveau die het juridisch kader rond LLM’s verder moeten invullen.

Meer weten over de rechtmatigheid van Grote Taalmodellen? Lees dan het hele artikel hier.

Foto: Mojahid Mottakin via Unsplash